Mario Been heeft zich compleet belachelijk gemaakt
Vorige week zondag, vlak na PSV-Feyenoord, werd verdediger Tim de Cler ge�nterviewd. Ik had mij daar tijdens de wedstrijd erg op verheugd. Een interview met een verdediger van Feyenoord die net met 10-0 heeft verloren, dat maak je niet veel mee.
Misschien ging Tim wel weer verklaren dat hij de beste man van het veld was geweest. 'Ja, 10-0, natuurlijk is dat teleurstellend, maar ik heb bijvoorbeeld wel drie keer heel goed ingegooid.'
Zo een interview werd het niet. Tim had blijkbaar, met zijn handen op zijn rug gebonden, een paar maanden mediatraining achter de rug.
Hij had dit te zeggen: 'Ja, jezus, goh, man man man, jaaaa, nee, ja, dit heb ik nog nooit meegemaakt. Dit is natuurlijk ja, nee, goh man man man, poeee, tsja, wat moet je er van zeggen, dit was, ja weet ik veel, nou ja goh man, ongelofelijk maar ja goed, nee niet goed, ik bedoel hier heb ik eigenlijk geen woorden voor.'
Ik vond het een mooi interview voor iemand zonder woorden. Gelukkig zei Tim niet dat 'je hier een keertje tegenaan kunt lopen'. Hij deed het enige juiste. Stamelen als een verwonderd kind.
Ik vond het wel fijn dat er bij Feyenoord nu eens eindelijk iemand g��n woorden had. Dat is namelijk het probleem. Dat lult maar door daar. Iedereen weet hoe het zit.
Iedere week legt Beenhakker zestien keer uit wat de mogelijkheden zijn, dat Been een moordgozer is en dat Feyenoord in potentie, voor de competitie van 2036, als ze dit elftal bij elkaar kunnen houden, weer in het linkerrijtje kan gaan voetballen.
Tim de Cler ontroerde mij zelfs, zo vlak na de wedstrijd. Professioneel de pers te woord willen staan en dan alleen maar wat over je hoofd heen staan wrijven, onder het uitstoten van wat keelklanken. Het leek hem echt te raken.
Ik zou het niet kunnen. 'Nico, je hebt net de recensies gelezen over je nieuwe roman. Ik lees even wat stukken voor: (...) Dijkshoorns werkt stinkt als een rottende bek vol tanden (...), (...) zijn grappig bedoelde teksten zijn zouteloos, humorloos en erbarmelijk slecht geschreven (...) Dijkshoorn met zijn eigen ballen in zijn mond af laten zinken in een vat beton, misschien dat dat de handen nog op elkaar brengt, maar dit boek niet (...). Een reactie graag, Nico.' Ik zou terstond in een Tim de Cler veranderen.
Mario Been is daar veel verder in. Die heeft altijd tekst. Helaas ook bijna altijd de verkeerde. Vorige week zondag, vlak na de wedstrijd, ergerde ik mij gek aan zijn opzichtige geposeer langs de kant.
Ja, hier stond een man die samen met zijn team leed. Die de pijn voelde. Daar tussendoor vond Mario nog wel de tijd, toevallig net toen de cameraman om hem heen draaide, zijn spelers te wijzen op de meegereisde supporters. Die moesten worden bedankt.
Een uitgekookt handgebaar van Been. Niemand die beter weet hoe je supporters na een 10-0 nederlaag stil krijgt. Door die supporters heel opzichtig in je hart te sluiten.
Het vervelende bij Been is dat hij het zo ontzettend veel zegt, hoeveel hij van De Kuip en zijn supporters houdt. Iets te veel, denk ik. Mario snapt heel goed wie je in de Kuip uiteindelijk op straat zetten. Diezelfde supporters.
Ik vond Mario Been die zondagmiddag een slecht toneelstuk opvoeren. Daar stond geen gebroken man, zoals Tim de Cler, maar een doodsbange man. Doodsbang voor ontslag. Mario Been acteerde een hele tweede helft lang de Feyenoorder in hart en nieren die samen met zijn jongens de gifbeker leegdronk.
Een half uur na de wedstrijd werd duidelijk waar Been werkelijk aan had staan denken. Hoe ging hij dit zo dramatisch mogelijk verkopen aan de pers. Mario heeft een halve wedstrijd, vanaf de 4-0, vooral aan zichzelf staan denken.
Dat werd duidelijk toen hij na de wedstrijd de pers te woord stond. Bijna geen woord over de mentale weerbaarheid en de onvolwassen manier waarop zijn ploeg met tegenslagen omgaat. Het ging vooral over Mario zelf.
In de kleedkamer had hij zichzelf ter discussie gesteld. Dat deed mij opveren. Mooi. Ik hoop dat het een trend wordt. Carlo Boszhard, laat die zichzelf eens ter discussie stellen. Met een feestneus van klei op je giechel in een schoolcabaret-programma net doen alsof je iemand anders bent en dat dan vernieuwende televisie noemen, daar wil ik wel een keer over discussi�ren.
Mario Been stelde de vraag precies op het goede moment. Aan spelers die net met 10-0 hebben verloren, een paar minuten na de wedstrijd, vragen of ze je nog wel een goede coach vinden, is veelzeggend.
Dat is vragen aan een vrouw die naast haar dode man staat wat ze die avond gaat koken. Dat is hetzelfde als Yolanthe, die over een jaar, als ze alweer met Lange Frans gaat trouwen, aan Wesley Sneijder vraagt wat hij van haar trouwjurk vindt.
Die ene vraag maakt Been meteen tot een hele slechte coach. Hij had moeten zwijgen. Een verloren wedstrijd, en zeker deze, moet je je spelers gunnen. Je moet ze laten gooien met schoenen. Je moet ze laten zwijgen.
Na een verloren wedstrijd moet je je spelers voor zich uit laten kijken. Af en toe vloekt er iemand. Niemand verwijt elkaar iets. Dat komt morgen wel. Je doucht zwijgend.
Je weet dat je zo samen langs de supporters van de tegenpartij moet lopen. Als Been echt van binnen had gehuild, zoals hij zelf meldde, dan zou hij zijn mond hebben gehouden.
Been sprak wel en was daar zo trots op dat hij het daarna in ieder interview even vertelde. Het was precies wat zijn team ook de hele wedstrijd had gedaan: angstig vooruit verdedigen.
Voor Been was er na de wedstrijd blijkbaar maar ��n ding belangrijk. Mario Been zelf. Of ze nog wel van hem hielden. Of ze hem nog wel goed vonden.
Die vraag stellen aan je spelers, is tegelijk het antwoord geven. Ik stel mij Mario Been zijn grote held, Ernst Happel, voor. Midden in de kleedkamer na een 10-0 nederlaag. Hij zou niets zeggen.
Want er valt niets te zeggen. Michels of Happel die vragen: willen jullie nog wel met mij door? Ondenkbaar. Mario Been heeft zich compleet belachelijk gemaakt en is ongeschikt voor een topclub.
Nico Dijkshoorn
bron: www.vi.nl
|
|||||
---|---|---|---|---|---|
|
Friday, November 5, 2010
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment